Als ik tijdens mijn lunchpauze een wandelingetje maak gaat ineens het luchtalarm af, het is de eerste maandag van de maand. Iets verderop zie ik in de speeltuin een jongetje. Hij schrikt zich een hoedje, gaat plat op de grond liggen en begint heel hard te huilen. Hij is helemaal overstuur. Ik herken moeder van het schoolplein en wanneer ik langsloop verontschuldigt ze zich voor het huilen. “Ja, sorry, hij schrikt altijd erg van harde geluiden.” Gek eigenlijk, dat moeders zich vaak verontschuldigen voor het gedrag van hun kinderen, maar dat is een ander onderwerp :-). We kletsen even en ze vertelt dat hij ook als de dood is voor onweer en vuurwerk. Ik vraag haar of ze wel eens gedacht heeft aan een vorig leven en vertel haar over mijn werk. Daar had ze nog nooit aan gedacht, ze wist niet dat dit kon, maar er vallen ineens meer kwartjes: hij is ook gek op zijn soldaatjes, hij speelt er dagelijks uren mee, ze liggen zelfs in zijn bed. Een paar dagen later spreek ik haar weer op het schoolplein. Ze wil graag een keer langskomen met haar zoontje. Ik vraag haar of hij de soldaatjes mee kan nemen. Tijdens de sessie maken we samen een “oorlogsfilm”. Ondertussen verteld hij honderduit over wat er allemaal gebeurt en dan valt er een bom vlakbij de hoofdpersoon. Hij valt even stil en wil dan iets anders gaan doen. Dat doen we ook, nadat we het verhaal hebben afgerond, hij wil de hoofdpersoon graag begraven. Na de sessie is hij niet meer bang voor harde geluiden.
Bovenstaande gebeurde een paar jaar geleden, maar elk jaar weer zie ik kinderen die nog last hebben van de oorlog, ook al hebben ze die zelf in dit leven niet meegemaakt. Een jongen die voor het vak Nederlands verplicht een oorlogsfilm moet kijken, maar dit écht niet kan. Een meisje wat verschrikkelijke nachtmerries krijgt nadat ze op de basisschool in de klas “Dertien in de oorlog” heeft gekeken. Vaak worden ze nog uitgelachen ook of in ieder geval gezien als “watje”, maar hun angst en pijn zijn echt.
En natuurlijk geldt dit niet alleen voor kinderen. Er komen ook met regelmaat volwassen in mijn praktijk die nog last hebben van een vorig leven in de (tweede wereld)oorlog, bijvoorbeeld een vrouw met veel onverklaarbare vage klachten die overleed in de gaskamers van Auschwitz en een man die moeite had om anderen te vertrouwen en in de oorlog in het verzet zat, maar werd verraden. Niet altijd is het overigens een vorig leven, ook regelmatig zijn klachten of angsten overgeërfd. Zo kan een inmiddels overleden overgrootmoeder die de hongerwinter heeft meegemaakt nog steeds invloed hebben op het eetgedrag van haar (klein)kinderen.
Kortom, velen van ons zijn vaak onbewust nog steeds aan het herstellen van wat de oorlog met ze heeft gedaan en dat beperkt zich dus niet alleen tot mensen die zelf de oorlog hebben meegemaakt in dit leven. Laten we dit vooral niet bagatelliseren door kinderen uit te lachen die niet naar een oorlogsfilm durven kijken of door volwassenen weg te zetten als wappies, omdat ze coronamaatregelen als de avondklok vergelijken met de situatie in de tweede wereldoorlog. Want wie zijn wij om te bepalen wat zij hierbij voelen? Kijk eens naar de pijn en de angst die daaronder zit en bedenk op 4 en 5 mei dan eens hoe jij kunt bijdragen aan een wereld waarin het liefdevol en veilig genoeg is om te kunnen herstellen van deze oude wonden.
Comments